Weeranalyse
Het KNMI maakt een weeranalyse door middel van weerkaarten met daarop de belangrijkste weer gebeurtenissen. Analysekaarten die een huidig weerbeeld weergeven. En daarnaast prognosekaarten, waarin de verwachting van het weer staat.
De basis van een weerkaart zijn bijna altijd de isobaren, die punten verbinden met dezelfde luchtdruk. Uit deze lijnen kunnen de lage– en hogedrukgebieden afgeleid worden. En daaruit de windrichting. Uit de afstand tussen de isobaren krijgt men een goed idee van de windsnelheid: hoe dichter de lijnen bij elkaar staan hoe harder het waait.
Verder tekent men in de kaart de belangrijkste weersystemen zoals warmte– en koufronten.
In de kaart hiernaast ziet u de analyse van het weer van 12 uur. Met behulp van de kalender kunt u de analyse van een bepaalde dag bekijken.
Symbool | Betekenis |
---|---|
![]() |
Centrum van hogedrukdrukgebied. |
![]() |
positie van kern van lagedruk |
![]() |
Koufront Meestal is er bij het passeren van een koufront sprake van een onbestendig weertype. HIerbij is vaak sprake van onweer en hevige buien. De luchttemperatuur gaat naar beneden. |
![]() |
Warmtefront Dit kan bijvoorbeeld een lang durend regengebied zijn, hetgeen in de meeste gevallen aanleiding is tot een bewolking toename en gelijktijdig een langzaam oplopende temperatuur |
![]() |
Occlusiefront Dit front ontstaat wanneer een sneller bewegend koudefront een langzamer warmtefront inhaalt en ermee samensmelt. Omdat het warmte- en koudefront bij de kern van het lagedrukgebied als een spiraal dichter bij elkaar liggen zal een occlusiefront zich hier het eerst manifesteren. Binnen een occlusie blijft het weer onbestendig met veel regen. |
![]() |
Stationair front Dit front ligt vaak tussen twee druksystemen in en verandert daardoor niet of amper van plaats. Het weertype wordt vaak gekenmerkt door dikke bewolkingslagen, lichte of helemaal geen neerslag, weinig of geen wind en/of nevelig weer. |
![]() |
Troglijnen Een trog is een gebied met een relatief lage luchtdruk verbonden aan een lagedrukgebied daar waar de isobaren het sterkst gekromd zijn, vaak achter een koufront. Een trog wordt vaak gekenmerkt door buien. |
![]() |
Ruglijnen Een rug of een wig (benaming is afhankelijk van hun positie) is een langgerekt gebied met hoge luchtdruk en een uitloper van een hogedrukgebied |
![]() |
Convergentielijnen Een convergentie is het samenstromen van lucht. Dit kan zowel bij het aardoppervlak als in de bovenlucht plaatsvinden |
Bracknell overlay
Hiernaast ziet u een visuele satellietafbeelding. Hierover heen is een analyse kaart van het Engelse ‘Met Office‘ geprojecteerd. Het geeft de gebruiker direct een goed overzicht hoe de weersituatie is.
De weeranalyse ingetekend in de kaart komen precies overeen met die op de afbeelding. Ook de koufronten, warmtefronten en occlusiefronten zijn goed waar te nemen.